vrijdag 12 oktober 2012

De achtergelaten dieren van Fukushima

Vandaag een bezoekje gebracht aan Atelier 408 alwaar ik getroffen werd door de gruwelijk treurige beelden van verlaten, hongerige, creperende dieren. Een waar inferno.
Graag laat ik het hieronder geplaatste fragment van een uitgezonden persbericht aan het woord met enige foto's van Yasusuke Ota. (geplukt van afbeeldingen)

Een aangrijpend fotodocument van vergeten ‘medereizigers’ door het noodlot  van Fukushima

Grofweg zijn er twee soorten dieren: wilde en tamme. De eerste soort kan vluchten als er gevaar dreigt, iets dat de tweede meestal niet is gegund. Huisdieren zijn trouw aan hun omgeving, boerderijdieren zijn afhankelijk van menselijke verzorging. Dieren zijn onze ‘reisgenoten’ – schreef auteur en dierenliefhebber Rudy Kousbroek: Mens en dier zitten in hetzelfde schuitje en delen hetzelfde lot. Dat zijn dezelfde mensen die zweren dat ze hun dieren nooit in de steek zullen laten.

Een dag nadat de tsunami op 11 maart 2012 de kernreactor in het gebied rond Fukushima in Japan in ongerede raakte, moesten bewoners binnen een straal van 20 kilometer van de kerncentrale het gebied onmiddellijk verlaten. Niet alleen mochten ze geen spullen meenemen, ook hun dieren moesten ze achterlaten. Na de waterstofexplosie die op 14 maart in de kernreactor plaatsvond, werd het onzeker of ze ooit nog naar huis konden terugkeren.

De Japanse fotograaf en dierenliefhebber Yasusuke Ota (1958) behoort tot de vrijwilligers die met gevaar voor eigen leven en met wat dierenvoer en water eind maart 2011 eropuit trokken in de ‘No Go’ zone twintig kilometer rond de Fukushima Daiichi Kerncentrale. Ze wisten niet precies wat ze verwachten konden, maar ze kwamen terecht in een hel op aarde, met koeien die zonder voedsel of water loeiend door hun knieën gezakt waren, of uit de stal waren losgelaten maar in moerassen en waterkanalen waren komen vast te zitten, een situatie waaruit ze zichzelf nooit konden redden. Ze troffen uitgemergelde paarden en varkens in stallen naast de lijken van hun soortgenoten aan. Huisdieren die waren gestorven terwijl ze op hun vaste plekken wachtten op hun baasjes, of uitgehongerd waren omdat ze vastgebonden zaten aan hun hok, of in het huis waren opgesloten. Dieren die overleven op alles wat hun voor de bek komt, en nu nog steeds – anderhalf jaar later – onvoorwaardelijk onnozel wachten op de terugkeer van hun baasjes: maar die kunnen en mogen dat niet.

Inmiddels zijn twee boeken verschenen met de foto’s die Yasusuke Ota in Fukushima maakte tussen eind maart 2011 en maart 2012. ‘This tragedy was for some reason not reported by the Japanese media at the beginning, and the truth is that there has been no proper help given to these animals even after one and a half years. I felt I needed to inform the world and leave evidence of what really happened. So I started to take photo’s of this while going inside the zone on rescue,’ schrijft  Ota: ‘Please don’t turn your eyes from the reality.’Ota maakte een hartverscheurend fotografisch document van overlevenden en gevallenen: een vergeten groep slachtoffers tussen het puin van een landschap dat werd getroffen door een natuur- en kernramp. De foto’s roepen de vraag op welke toch de verborgen banden zijn die mensen met dieren verbinden. ‘Op grond van welk psychisch besef, van welk abstract beeld in het brein, voelen mensen zich geroepen niet zonder gevaar voor zichzelf een dier te redden dat anders ongetwijfeld ten dode opgeschreven zou zijn?’ schreef Kousbroek. Het persoonlijk antwoord van Yasusuke Ota hierop is: ‘I can’t betray such animals that don’t know how to be doubtful of their owners, as they woleheartedly put trust in them. With this in mind I documented these scenes from March 2011 to March 2012 […] This exhibition is to show that this tragedy was not caused by the earthquake or tsunami. It’s the nuclear power plant.’Veel van de beelden die Ota vastlegde zijn van een grote verschrikkelijkheid: een gemummificeerd kattenlijk op de weg, de losse onderkaak van een hond, een varkensstal in het gebied precies tussen de twee kerncentrales in Fukushima, met tientallen dode biggen. Andere scènes hebben iets onbedoeld komisch: zoals die van varkens die op een hete dag verkoeling zoeken in een plasje water op straat. Of die van twee losgebroken struisvogels die omnivoor zijn, en elkaar aankijken na het nuttigen van door vrijwilligers meegebracht kattenvoer. Een wrang detail is dat struisvogels in de streek werden geïntroduceerd als mascottes voor de Daiichi kerncentrale in Fukushima zelf onder het motto dat struisvogels op weinig voedsel groeien, en dat kernenergie met een klein beetje uranium wordt opgewekt.

Een ‘pop-up’ tentoonstelling van Huis Marseille: 3 -14 oktober 2012 in Atelier 408, Herengracht 408



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten